Dan is het alweer zondag en staan we klaar voor dag drie van Grauzone. Nog een keer mogen de zwarte kledingstukken uit de kast en nog een avond zijn alle verwijzingen naar het occulte norm in plaats van uitzondering. De laatste dag van Grauzone bleek garant te staan voor een festivalavond die nog wat fijne muzikale verrassingen wist te brengen.

Pol, de band rond broers Ruben Pol and Matthijs Pol, weet al snel het Grauzone-publiek voor zich te winnen door het nummer ‘Adolescent Sex’ van Japan te spelen. Dat nummer komt uit 1978, en laat dat ook de periode zijn waar de newwaveband door beïnvloed lijkt te zijn. De broers – die bijklussen als model – hebben een vriend meegenomen die drumt, wat het geluid in vergelijking met de vele synth-acts die op Grauzone spelen net wat levendiger maakt. Niet te levendig natuurlijk. Het blijft new wave, dus de muziek is nog altijd duister, vol galm etcetera. Pol levert geen baanbrekend optreden af, maar voor het verstokte Grauzone-publiek is het goed om te weten dat er ook een jongere generatie is die de muziek van eind jaren 70/begin jaren 80 levend houdt.

Dan de Death Valley Girls. Voor het viertal is het optreden in de grote zaal het eerste van een Europese tour, en de band heeft er zin in. Zangeres Bonnie Bloomgarden, met fluoriserend groene oogschaduw die mogelijk vanuit de ruimte te zien is, zingt enthousiast over zaken als naar de disco gaan en magische krachten en roept het publiek op om het nieuwe album, dat nog niet uit is maar wel te koop op Grauzone, op internet te lekken. Muzikaal doet de band uit Los Angeles denken aan de Gogo’s die er op zijn tijd wat zwaardere riffs ingooien. De aandacht dreigt gedurende het optreden enkele keren te verslappen, een uur is misschien wat te lang voor dit optreden, maar de Death Valley Girls hebben zeker wat pakkende nummers in het repertoire.  

POL

POL

Death Valley Girls

Death Valley Girls

Ken je die meme van: “Mom can I have… No we have… at home.” En dat de … at home dan heel erg tegenvalt? Nou valt Library Card verre van tegen, maar als de meme gemaakt zou worden met bands als Dry Cleaning of The Cool Greenhouse als onderwerp, zou Library Card best de at home variant kunnen zijn. Ook de Rotterdamse band grossiert in rammel-postpunk met praatzang. Vocalist Lot van Teylingen gooit met ongeïnteresseerd klinkende, maar inhoudelijk mooie zinnen terwijl Kat Kalkman en Mitchell Quitz op respectievelijk bas en gitaar repetitieve en fuzzy tonen produceren. De echte blikvanger van de band is echter drummer Emre Karayalçın. Ogenschijnlijk broekloos geselt de trommelaar de vellen. Onder andere dankzij de tomeloze energie van Karayalçın wordt Library Card een energieke leverancier van mumblerock.

Tijdens het stemmen van de gitaar bedankt Van Teylingen het publiek voor het aanwezig zijn en zegt hen dat het bijzonder is om op de tiende editie van het festival te spelen. Daarna wordt nog opgeroepen om op BIJ1 te stemmen, als woordgrap op de gitaarstemming van zojuist. Tijdens een nummer na dit moment neemt de vocalist van de band plaats op de grond en begint te klooien met de gitaareffecten van Quitz. Muzikaal klopt het en het geeft de band ook nog een uitermate sympathieke uitstraling. In Rotterdam gebeurt veel cools, daar is Library Card een uitstekend voorbeeld van.

Library Card

Library Card

Ploho komt uit Novosibirsk, een stad in Siberië, en groeide op in het Rusland van de jaren 90. De Sovjet-Unie was net gevallen en het land verkeerde in chaos. Dat, de ijzige kou in hun geboorteplaats en bands als Kino en Joy Division inspireerden de heren om een post-punk band te beginnen. Ploho – Russisch voor slecht – volgt in het Koorenhuis de conventies van het genre: kille drums, stevige bas en synths uit de jaren 80. De band begint traag en bouwt het tempo gestaag op. De lage zang is - naar wij vermoeden - in het Russisch. Dat, en de achtergrond van de band, geven het optreden ondanks dat het muzikaal weinig afwijkt van de norm toch wat extra’s. Deze mannen hebben de kou en wanhoop die in de muziek zit meegemaakt en winnen daarmee meteen geloofwaardigheidspunten.

Ploho

Ploho

In de Barthkapel komt Baby Dee uit de coulissen gelopen. Het publiek begint te klappen voor de in Zeeland woonachtige Amerikaanse, maar gelijk draait de artiest zich om. In de coulissen lag nog een boa, die omgedaan moest worden. Dee neemt plaats achter de vleugel en ontdoet zich direct van eerdergenoemde boa. Een kolderieke situatie rondom de muzikant.

Het gelach verstomt als Baby begint te spelen, maar tussen de nummers door is de sfeer minder serieus. De artiest lijkt te beschikken over een goede dosis zelfspot. “They say that lovesongs are unprofitable, maybe thats why i like them.”, ginnegapt Baby Dee. Ook wordt tot twee keer toe gevraagd of er nog calvinisten in de zaal zitten. Pas bij de tweede keer gaan er twee handen de lucht in. Dee glimlacht en draagt het volgende nummer, waarin de kerk, het geloof en de algehele bekrompenheid met de grond wordt gelijk gemaakt, op aan deze bezoekers.

In het werk van de artiest lijkt pathos het sleutelwoord te zijn. Met veel mimiek en emotie wordt het ene na het andere lied gespeeld, de kapel kijkt stil toe. Dee lijkt weinig te geven om een doorsnee mooi pianoliedje. In tegenstelling daartoe horen we prachtige, melodieuze stukken, afgewisseld met atonale jazzy akkoorden waar Baby Dee de vleugel zo hard mogelijk probeert te bespelen. Zo is een song als ‘Half A Chance’ heel mooi. Hier komt het tekstuele vakmanschap van de muzikant nog duidelijker naar voren met prachtige zinnen als: “I'd smile a sky from east to west.” Dat in combinatie met de prachtige maar niet meest traditioneel mooie stem, zorgt voor een indrukwekkend hoorspel. Een vergelijking kan worden gemaakt met wat Tom Waits doet. Beide muzikanten bevinden zich op de grens van conventioneel en alternatief.

Baby Dee

Baby Dee

Net als meerdere andere bands op dit festival, put ook Ash Code uit Italië uit het vaatje van de post-punk, darkwave en aanverwante genres. De opsomming van wat er op het podium gebeurt is dit weekend dan ook al vaker voorbij gekomen: drumcomputer, synth en bas. Een belangrijk verschil met sommige andere bands is dat Ash Code zijn best doet om van hun optreden een show te maken. Er worden beelden geprojecteerd, zanger Alessandro Belluccio beweegt over het podium om ook het publiek aan de zijkanten erbij te betrekken en toetseniste Claudia Nottebella – die soms ook de leadzang op zich neemt – danst enthousiast achter haar synthesizer. Ook makkelijk is dat de songtitels regelmatig in beeld verschijnen, zoals ‘Empty Room’ of ‘1981’. Naast ons lijkt de verzadiging toe te slaan, als iemand zegt: het is een goede band, maar na dit festival hoef ik voorlopig even geen drumcomputers meer te horen.

Buenas noches we are Belgrado.”, opent de band uit Barcelona de set. Negen jaar geleden stond de band al op Grauzone en het laatste album van het viertal dateert uit 2016. In de tussentijd heeft de band afscheid genomen van een bassist (die vervangen is door Louis Harding van Fatamorgana) en analoge drums. Ook is de sound van de band duidelijk veranderd. Energieker, bijna tegen het italodisco aanschurkend. Het is dansbaar als New Order en de etherische vocalen zijn intrigerend. De hele Kleine Zaal staat ook vol met dansende bezoekers. De muziek is sterk, de vocalen prikkelen maar toch kan de act niet helemaal overtuigen. Er lijkt een afstand te zijn tussen het publiek en de Spanjaarden. Geen hoogtepunt, maar de voeten konden niettemin van de vloer.

Ash Code

Ash Code @grauzone

Belgrado

Belgrado

Ondertussen wordt de sfeer op Grauzone steeds uitbundiger, zoals bij Ultra Sunn, die in het Koorenhuis gewoon een lekker feestje bouwen. Natuurlijk zijn ook de twee Belgen geïnspireerd door de jaren 80, het blijft tenslotte Grauzone, en met name als zanger Sam Huge de microfoon pakt, is de vergelijking met Depeche Mode snel gemaakt. De four on the floor beat maakt echter dat er lekker gedanst kan worden, wat zo tegen het eind van het festival ook wel weer lekker is. En het feest is nog niet afgelopen.

Vorige Grauzone hadden de backingdansers van Lynks covid, deze Grauzone zijn ze weer ziek. Je zou je bijna afvragen of de Brit zich niet inbeeldt dat er mensen met hen meedansen. De danspassen van de electropop-artiest zijn dan ook van een onnavolgbaarheid die weinigen kunnen evenaren. Vanaf het moment dat de artiest op de bruidsmars van Wagner het podium op komt kruipen, gehuld in een volledig panterprinten tenue (inclusief bivakmuts) en plaatsneemt op de eveneens panterprinten bank met dito kamerlamp ernaast, gaat er geen moment voorbij waarop Lynks niet diens tomeloze energie tentoonspreidt.

De Britse artiest zingt vrijwel louter over queerness en de zaken die daarbij komen kijken. Van een scharrel die hen dumpt omdat deze er te conservatieve standpunten op nahoudt in ‘Hey Joe’ tot een geile popsong over seks maar dan vanuit het standpunt van een overledene (want het moet wel een beetje intellectueel blijven). Ook een deel van de homofobe, cis-hetero community krijgt er van langs in meezinger ‘Silly Boy’(ter geruststelling voor de heteromannen die schrokken bij deze veeg uit de pan, benadrukt Lynks: “Not all men!”).

Zo geeft Lynks een ijzersterke en ontzettend vermakelijke popshow weg waar het energieniveau op honderd begint en alleen maar blijft stijgen. Dat is ook de reden dat het publiek in de Grote Zaal oprecht lijkt te balen als de set voorbij is. Als de Brit samen met een medewerker van PAARD terugkomt om het decor af te breken begint de zaal te joelen en wordt er gevraagd om nog één song. Deze vraag wordt gehonoreerd waardoor de aanwezigen zowaar worden getrakteerd op een niet ingestudeerde toegift. Lynks sluit de laatste dag van het festival af met een headlinerspot en stelt niet teleur. Een van de absolute hoogtepunten van Grauzone 2023 en reken maar dat deze artiest grotere (festival)shows zal gaan doen.

Het formulier wordt geladen...